Het tiental leiders is in de vierde ronde teruggebracht tot een viertal, maar wel een illuster kwartet. De eerste die zijn score op drie punten bracht, was Koen Leenhouts. De Zeeuw won al vroeg in de partij tegen Otto Wilgenhof met een truc een pion. Vervolgens kregen beide spelers een vrijpion, maar de speler van Het Witte Paard uit Sas van Gent kreeg meteen ook een mataanval die besliste. Ook Robin Swinkels had het niet heel moeilijk tegen Sjef Rijnaarts. Beide spelers probeerden een aanval op te zetten, maar Robin Swinkels van meesterklasser Utrecht was gevaarlijker. Opponent Sjef Rijnaarts offerde een stuk, maar dat bracht niet het gewenste rendement. Sander van Eijk speelde een boeiende strijd tegen Bob Beeke. De Wageningenspeler gaf een kwaliteit voor makkelijk spel en een verre pion. Even later gaf Bob Beeke van De Toren de kwaliteit terug en na een afwikkeling ging Sander van Eijk met een pion meer het toreneindspel in. Dat won hij knap. Als laatste kwam Ruud Janssen op drie punten. De nummer één geplaatste Arnhemmer had de handen vol aan routinier Jaap Vogel. Ruud Janssen, die onlangs zijn tweede grootmeesternorm scoorde, hield aan alle verwikkelingen een pion over. In gierende tijdnood ging Jaap Vogel tenslotte onderuit. Achter het leidende viertal volgt een groep van zeven spelers met 2½ punt. Onder hen Remco de Leeuw en Stefan Kuipers die hun onderlinge strijd na een langdurige stukkenruil in een toreneindspel in remise zagen eindigen. Ook Willy Hendriks heeft zich in deze groep genesteld. De Didammer deed dat ten koste van de Duitser Manfred Lenhardt. In de achtervolgende groep beten de ASV-ers Wouter van Rijn en Peter Boel van zich af. De Arnhemse klappen vielen in Den Bosch. Regerend kampioen Twan Burg werd door Wouter van Rijn geklopt, terwijl Willem Mühren onderuit ging tegen Peter Boel. Ook Christov Kleijn en Rob van Helvoort sloten aan bij de achtervolgers.
